« terug

(Bij de solotentoonstelling ‘So far, so good’ in Kunstruimte Wagemans, Beetsterzwaag, november/december 1998)

Beetsterzwaag heeft de reputatie hét kunstdorp van Friesland te zijn. Anders dan het Noord-Hollandse Bergen heeft het dorp dat niet te danken aan een kunstenaarskolonie. Het zijn galeries als Hellinga, De Ooggetuige en Kunstruimte Wagemans die in dit bungalowdorp met drieduizend gegoede burgers de artistieke toon zetten.
Kunstruimte Wagemans is er als laatste bijgekomen. In het voormalige gemeentehuis, een vroeg 19de eeuws pand met een voorname uitstraling, heeft de galerie sinds januari 1997 een onderkomen. In de Hoofdstraat: de enig straat in het gemoedelijke Beetsterzwaag waar het verkeer voorbij raast en zondagrijders in de middag zelfs voor filevorming zorgen. Maar toch, je vraagt je af wat de gewezen hoofdconservator Fred Wagemans van het in 1992 opgeheven Amsterdamse Museum Fodor bezielt om hier een galerie te beginnen.
Ver weg van de concurrentie in de Randstad is Wagemans blij zich niet te hoeven bezig houden met de beslommeringen die daarmee gepaard gaan. Wel moet hij vanaf deze afgelegen plek harder knokken om de galerie onder de aandacht te brengen. De afgelopen tijd bracht hij tentoonstellingen van Henk Peeters, Jan Frank, JCJ Vanderheyden en deed hij een project met Louwrien Weijers: een sociale sculptuur met confronterende, weinig flatteuze portretten van 150 zwakzinnigen uit de buurt, samengebracht op een Tibetaanse thangka, een rolschildering.
Machteld van Buren (1956) vult op dit moment de muren van de galerie. Wagemans werkte al eerder met haar samen tijdens de tentoonstelling Uitdijende Uniciteit (1991) in Museum Fodor waar zij een serie getekende Lassiehonden liet zien. Op een enkele expositie na,

lees verder»